De stap.
De stap is een marcherende gang, waarbij de beenzetting in 4 tempi wordt onderhouden, goed waarneembaar en gedurende het hele stapwerk.
De gang in stap is een voortdurende afwisseling van latérale, tripédale en diagonale ondersteuning.
Beginnend bij het linkerachterbeen is de beenzetting als volgt (uitgaande van 4 benen aan de grond):

  • Linker achterbeen (wordt opgelicht) > tripédale ondersteuning.
  • Linker voorbeen (wordt opgelicht) > latérale ondersteuning.
  • Linker achterbeen (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • Rechter achterbeen (wordt opgelicht) > diagonale ondersteuning.
  • Linker voorbeen (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • Rechter voorbeen (wordt opgelicht) > latérale ondersteuning.
  • Rechter achterbeen (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • Linker achterbeen (wordt opgelicht) > diagonale ondersteuning.
  • Rechter voorbeen (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • We onderscheiden: de verzamelde-, de arbeids-, de midden-, de uitgestrekte- en de vrije stap.

De draf.
De draf is een gang in 2 tempi, gescheiden door een zweefmoment, waarbij het paard zich voorwaarts beweegt door het opeenvolgend gelijktijdig neerzetten van het diagonale benenpaar (linksvoor met rechtsachter en omgekeerd):

  • Zweefmoment.
  • Rechter diagonaal wordt neergezet (rechts voor en links achter)> diagonale ondersteuning.
  • Zweefmoment.
  • Linker digaonaal wordt neergezet (links voor en rechts achter)> diagonale ondersteuning.
  • We onderscheiden: de verzamelde-, de arbeids-, de midden- en de uitgestrekte draf.

De galop.
De galop is een gang in 3 tempi, met in bijvoorbeeld de rechter galop de volgende beenzetting: linksachter, linkerdiagonal (links voor tegelijkertijd met rechts achter), rechtsvoor, gevolgd door een zweefmoment voor de volgende sprong.

  • Zweefmoment.
  • Linker achterbeen (wordt neergezet) > unipédale ondersteuning.
  • Linker diagonaal (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • Linker achterbeen (wordt opgelicht) > diagonale ondersteuning.
  • Rechter voorbeen (wordt neergezet) > tripédale ondersteuning.
  • Linker diagonaal (wordt opgelicht) > unipédale ondersteuning.
  • Rechter voorbeen (wordt opgelicht) > zweefmoment.
  • We onderscheiden: de verzamelde-, de arbeids-, de midden- en de uitgestrekte galop.